Hemelvaartsdag en wezenzondag 2018

Uitbeelding n.a.v. de preek van ds. Oosterhuis over Openbaring 12

Op de liturgietafel ligt het witte kleed, zoals gebruikelijk in de paastijd, waartoe ook Hemelvaart behoort. In een hoge vaas is een flinke toef gipskruid gestoken, met daarbovenuit een grote witte bloem. Dit symboliseert Christus die naar de hemel ging op een wolk. Rond de basis van de vaas een stuk jute en stekelige takken. Dit zijn onze zonden waarvoor satan ons aanklaagt bij God. Een blad van de vingerplant met in de holtes van de ‘vingers’ kleine witte bloempjes. Het vingerblad staat voor Gods hand die ons op aarde beschermt en bewaart voor de aanvallen van satan. De kleine witte bloempjes symboliseren dat we zijn schoongewassen door Christus en dat satan ons niet meer kan aanklagen bij God.

Wezenzondag:

Voor deze zondag is de schikking iets gewijzigd. De grote witte bloem is weg, want Christus is immers naar de hemel gegaan en hij heeft beloofd dat hij zijn leerlingen en volgelingen niet als wezen zal achterlaten, maar een andere trooster zal sturen. Om dat uit te beelden is er een krans van hedera en witte bloemen rond de hoge vaas toegevoegd.
Deze krans heeft twee betekenissen:

De leerlingen en andere mensen die in Jeruzalem wachtten op de komst van de HG. (naar Jezus’ woord: Ik laat jullie niet als wezen achter, maar zend jullie een andere trooster)
Wij, die nu leven, wachten op de Wederkomst van Christus.